Warmtetransitie: naar een aardgasvrije gebouwde omgeving

We werken aan een aardgasvrije gebouwde omgeving. Dat betekent dat we onze gebouwde omgeving op een andere, duurzame manier verwarmen. Onderdeel van de Regionale EnergieStrategie (RES) is ook de Regionale Structuur Warmte (klik hier voor de RSW). Hierin is de regionale warmtevraag, de mogelijke warmtebronnen, de benodigde infrastructuur en de regionale kansen en uitdagingen op het gebied van de warmtetransitie in beeld gebracht.

Op gemeenteniveau hebben we de Transitievisie Warmte. Deze gaat in op hoe we werken aan een aardgasvrije omgeving in Ermelo (klik hier voor de Transitievisie Warmte). We benoemen welke wijken als eerste in aanmerking komen voor de overstap naar wonen en werken zonder aardgas. We starten in de wijken waar de oplossingen het meest duidelijk zijn, daarna gaan we stap voor stap verder. Uit het proces tot nu toe blijkt dat de meeste wijken in de gemeente Ermelo vragen om individuele all-electric oplossingen. Elektriciteit vervangt bij allelectric het gas. Dat is naar verwachting goedkoper dan het alternatief: een collectief warmtenet. Uit een quickscan is gebleken dat dit alleen realistisch is voor enkele kleine clusterbebouwingen.

Starten met de warmtetransitie in de wijken betekent dat we samen met de bewoners, partners en organisatie aan de slag gaan met wijkuitvoeringsplannen. Daarin spreken we af hoe we de overstap naar aardgasvrij gefinancierd wordt, wat de rol is van de partijen en hoe bewoners participeren. Draagvlak, keuzevrijheid en betaalbaarheid zijn voor Ermelo belangrijke uitgangspunten. Voor de pilotwijk, de Wijk van de Toekomst, is het wijkuitvoeringsplan voor aardgasvrij wonen gereed.

In eerste instantie richten we ons met de Transitievisie Warmte alleen op woningen, omdat aardgas in de bebouwde omgeving voor bijna 1/3 van het energiegebruik zorgt. Samen met de buurgemeenten werken we aan een regionale aanpak voor lastige onderdelen, zoals het isoleren van vrijstaande verouderde huizen. Voor de bedrijventerreinen wordt een collectieve aanpak nagestreefd. Daarnaast gaan we onderzoeken hoe de mobiliteit meer toekomstbestendig kan worden gemaakt.