Verantwoording toepassing milieubeginselen
en afweging Plan-m.e.r.-noodzaak

Wanneer een plan (omgevingsvisie) kaderstellend is voor toekomstige m.e.r.-plichtige activiteiten is er een plan-MER nodig. Een plan-m.e.r. is, net als nu, verplicht als het plan of visie kaderstellend is voor m.e.r.-(beoordelings)-plichtige besluiten of als een passende beoordeling moet worden gemaakt op grond van de Wet natuurbescherming.

We kiezen er voor om voor de omgevingsvisie geen plan-m.e.r. procedure te doorlopen. Omdat de omgevingsvisie grotendeels  is gebaseerd op bestaand beleid. De benoemde ontwikkelingen zijn over het algemeen reeds als onderdeel van andere beleids-/visievorming aan de orde gekomen..

Wanneer de inhoud van een ontwikkeling erom vraagt, zal de plan-m.e.r.-procedure gekoppeld worden aan de planvorming voor het concrete initiatief zelf. Daarin zullen alle aspecten van het initiatief in de onderbouwing meegenomen worden, ook de locatiekeuze. Dit is volgens de lijn van de Omgevingswet, waarin onnodige onderzoekslasten zoveel mogelijk voorkomen dienen te worden en alleen gedetailleerde onderzoeken plaatsvinden wanneer er een concreet initiatief is.

Los van voorgaand principe en kijkend naar de inhoud omvat omgevingsvisie uitspraken over één mogelijke ontwikkeling, die plan-m.e.r.-(beoordelings)plichtig zou kunnen zijn. Dit is het uit de RES (Regionale Energie Strategie) overgenomen zoekgebied voor duurzame energieopwekking. We doorlopen het proces in goede regionale samenwerking. Op basis van de milieuwetgeving is een initiatief vanaf 3 windmolens plan-m.e.r.-beoordelingsplichting. Nadere uitwerking en onderzoek van het zoekgebied moet nog plaatsvinden. In het kader van het RES-traject wordt een (plan)m.e.r.-procedure doorlopen. Hierin komen zowel de locatiekeuze als ook de wijze van uitwerking en het type energievoorziening aan de orde. Bij de actualisatie van de omgevingsvisie wordt dit meegenomen.

Bij de uitwerking van alle opgaven en uitdagingen zoals benoemd in de omgevingsvisie, zullen we structureel het milieuaspect zorgvuldig meenemen vanaf het begin. Uiteraard maken we hierbij telkens een afweging met andere factoren zoals de maatschappelijke urgentie van bepaalde ontwikkelingen. Dat we het milieuaspect meenemen blijkt onder andere uit het toepassen van de milieubeginselen zoals die in de Omgevingswet (art. 3.3.) benoemd zijn: voorzorgsbeginsel, het beginsel van preventief handelen, beginsel van bestrijding aan de bron en het beginsel van de vervuiler betaalt.