Naar een Regionale EnergieStrategie (RES 1.0)

Om de landelijke en lokale doelstellingen rondom energieneutraliteit te bereiken, werken 30 energieregio’s aan een Regionale EnergieStrategie (RES). Wij doen dit samen met de regio Noord-Veluwe. Gezamenlijk zijn vooraf een aantal inhoudelijke uitgangspunten geformuleerd ten aanzien van d ruimtelijke kwaliteit. Klik hier voor het document van de RES.

In de RES 1.0 beschrijft de regio Noord-Veluwe welke bijdrage zij levert aan het behalen van de klimaatdoelstellingen op het gebied van elektriciteit en de gebouwde omgeving, het zogenaamde regionale bod. De RES 1.0 richt zich op twee hoofdthema’s: elektriciteit en warmte. Maatregelen op de thema’s mobiliteit, industrie en landbouw/landgebruik, worden aan andere klimaattafels besproken, zodat die thema’s ook bijdragen aan de verduurzaming van Nederland en het verlagen van de CO2-uitstoot. Voor zover relevant en beïnvloedbaar door de regio, zoekt de regio hier wel de mogelijke samenhang van die maatregelen met de eigen aanpak.  

Het regionale bod bestaat uit twee onderdelen (om de beoogde 0,5TWh te halen):

  • Dit is deel bestaat uit projecten die al gerealiseerd zijn, of die een vergunning hebben en een SDE- beschikking hebben.

  • Het tweede deel is het ambitiedeel en bestaat uit mogelijkheden voor projecten, die voor 2030 gerealiseerd kunnen worden.

Het ambitiedeel bestaat uit zoekgebieden voor windenergie en bouwstenen voor zonne-energie. Op basis van de uitgangspunten, milieuaspecten, waarden, resultaten van ruimtelijke onderzoeken en een omvattend proces, zijn zoekgebieden aangewezen. Een zoekgebied is een gebied waar de regio mogelijkheden ziet voor de realisatie van projecten voor wind- en/of zonne-energie. Of en waar projecten precies worden gerealiseerd, staat nog niet vast.

Eén van de zoekgebieden voor windenergie ligt deels op het grondgebied van Ermelo: de Nuldernauwkust tussen Putten en Ermelo. Dit zoekgebied geeft de mogelijkheid voor een (deels dubbele) lijnopstelling van windmolens parallel aan de A28 aan de landzijde. Realisatie van projecten in zoekgebieden of bouwstenen lijkt mogelijk, maar vraagt nog uitwerking en nader onderzoek. De regio wil samen met stakeholders verder onderzoeken of, en hoe, ontwikkeling van duurzame opwek in deze gebieden mogelijk is.

In het vervolgtraject van de RES wordt uitgebreid onderzoek gedaan. Mogelijk met een brede Milieueffectrapportage (MER) voor de hele regio. In ieder geval wordt er op projectniveau onderzoek gedaan. Een MER omvat een integrale afweging rondom allerlei onderzoeken gericht op milieu-, waarden, ruimtelijke en sociale aspecten. Op basis van ecologisch onderzoek is al geconcludeerd dat windmolens bouwen in of nabij het natuurgebied van de Veluwe tot 2030 niet realistisch lijkt. Zie het ecologische onderzoek voor de achtergronden.

 Naast de zoekzones voor grootschalige energie-opwek, omvat de RES bouwstenen voor zonne-energie:

  • Zon op grote bedrijfsdaken

  • Zon op grote daken in dorpen en steden

  • Zon op daken in het buitengebied (agrarische daken)

  • Zon op daken en overkappingen op defensieterreinen

  • Zon langs snelwegen en overige bovenregionale infrastructuren en drijvend

  • Zon op land in combinatie met gebiedsopgaven

We werken vanuit de RES 1.0 naar een actueel afwegingskader grootschalige opwek. Daar toetsen we dan de initiatieven voor het opwekken van energie aan. Als dit kader klaar is zal dat ook een plek krijgen in de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Tot die tijd werken we aan bestaande initiatieven en starten we niet met nieuwe grote projecten. Initiatieven voor 'zon op dak' en kleine windmolens (maximaal 25 meter hoog) kunnen wel doorgaan. Hierdoor kunnen bewoners en ondernemers ook de komende tijd aan de slag met de verduurzaming van hun eigen energieverbruik. Bovendien draagt dit bij aan onze energie- en klimaatambities. (Zie Beleidslijn Kleine Windturbines Ermelo).

Elke twee jaar wordt de RES geüpdatet. Om de nieuwste inzichten bij bestaande plannen te kunnen verwerken. Door deze manier van werken kunnen innovaties worden meegenomen. Ook is het mogelijk dat alternatieve technologieën beter scoren op bijdrage aan de doelstellingen, schaalbaarheid en uitvoerbaarheid.